Tabel 2. Bijkomende individuele risicofactoren voor VTE

Tabel 2.   Bijkomende individuele risicofactoren voor VTE


  • Leeftijd ≥75 jaar;
  • Obesitas (BMI > 30);
  • Trombose in de voorgeschiedenis;
  • Positieve familiegeschiedenis voor VTE;
  • Bekende erfelijke trombofilie (zoals proteïne C, proteïne S, of antitrombine deficiëntie, factor V Leiden, protrombine 20210A mutatie);
  • Recent herseninfarct (ischemisch of hemorragisch, ≤ 1 maand).

De bovenstaande individuele risicofactoren voor veneuze trombo-embolie zijn afgeleid van de Caprini score, zoals beschreven in paragraaf 3 van de ACCP richtlijn (Gould, 2012). Hierbij zijn alleen de relevante, sterkere risicofactoren meegenomen (≥ 3 punten  in de Caprini score).